maandag 30 september 2013

Dagboek van een scheepshond 3

Ik word overboord getild en in het kleine bootje gezet. Wat nou weer? Vind het maar niks. Eens kijken waar we heen gaan. Naar de kant lijkt het. Zeker om te plassen. Maar ja, dat had ik al gedaan, heh heh. Stiekum 's nachts. Baasje is niet zo'n snelle roeier hoor. Geeft de wind de schuld, pff. En dan loop je eindelijk lekker door het gras, zet hij het ineens op een rennen, hups, zo het water in! Moet ik dat ook?... Oh kijk nou, hij gaat het bootje ophalen. Sterk staaltje apporteerwerk hoor! Respect. Maar mij krijg je echt niet zo gek, als je dat maar weet!

Het akkefietje met het bootje heeft aardig wat energie gekost. Niet vastgelegd dus. Wel het strand opgetrokken maar net niet genoeg. Of was het de vloed? Het was in ieder geval hard zwemmen. Het is dat Karin vanaf de boot begon te roepen anders was het zwemmend niet meer gelukt. Ik zie de plaatselijke krantenkoppen al voor me: 'Man met hond verliest boot'. Lekker suf.

We varen vandaag via de Keeten naar de Oosterschelde. De wind is kracht 5 en we hebben een beetje wantij lijkt het. We stampen door de golven tegen de wind in. We moeten er even aan wennen want zo'n hoge golfslag hebben we niet eerder gehad. Af en toe krijgen we en douche over ons heen. Martijn vindt het geweldig maar gaat na verloop toch naar binnen. Banjer blijft buiten. Hij ziet er uit als een verzopen kat. Hij kan de lol er duidelijk niet van inzien.
Verzopen kat
We merken dat de boot zich goed houdt en we komen op zich prima verder. De weidsheid van het water is een groot verschil met de voorgaande dagen. We wilden eerst naar Zierikzee maar bij nader inzien kiezen we voor Stavenisse. Het is eigenlijk een stukje van niks maar varen is onder deze omstandigheden niet ideaal. Al snel zien we de haveningang. En die is smal, met en met een bochtje. En omdat het afnemend water is, nog smaller dan bij vloed. Je kunt er net met twee boten langs elkaar heen varen als ze niet te groot zijn.
We hebben gebeld en de havenmeester heeft ons box S1 gegeven. We varen naar binnen maar de letters lopen niet tot S. Toch wat over het hoofd gezien? We draaien en varen weer naar het begin maar ook daar geen S1.We vragen iemand op de stijger en die wijst naar de passantensteiger achter in de haven. We besluiten daar aan te leggen en al snel komen we er achter wat er aan de hand is. De havenmeester is dezelfde als die van Sint Annaland. Dus we hebben daar een box gekregen in plaats van hier! We moeten er erg om lachen. Achter ons ligt een stel met een Tholense Schouw. Ze komen bij ons uit de buurt en we praten wat over de vakantie en de boot. Ze komen al heel lang in Zeeland en hebben veel tips. Karin heeft 'Oma's snoepwinkeltje' ontdekt in het dorp. Een super leuk klein winkeltje vol met snoep. Er is keus uit 240 soorten. De eigenaresse heeft (met recht) plezier in haar werk en vertelt over de winkel. Er is ook een prachtige oude kassa waar de kinderen zelf mogen afrekenen. Een aanrader om even langs te gaan. Martijn vindt het geweldig en we vertrekken met een grote zak snoep.
Als het eb is, past er nog maar 1 boot door de geul. Het haventje is klein en pittoresk met uitzicht op de molen. In het dorp is verder weinig te beleven. 's avonds krijgen we van de achterbuurman de tip dat de molen draait. De molenaar is een jonge jongen die ons vol passie uitlegt hoe alles werkt. We mogen ook even boven kijken. We kopen twee zakjes meel en lopen terug door de regen. Voor het eerst deze vakantie.

Geen opmerkingen: