zondag 4 oktober 2015

Op goed vertrouwen - De Vliestroom

Beroemd (en berucht?) is de ingang van de haven van Vlieland vanwege de sterke stroming die voor de deur staat. Er schijnen geregeld schepen het hekwerk te rammen. Flipperkast noemen de havenmeesters dat. Hoe sterk de stroom is komen we achter tijdens de oversteek van Texel naar Vlieland. In plaats van door het Franse Gaatje zijn we om de Richel heen gevaren. Was niet nodig geweest bleek later. Maar ja, we wisten het niet zeker en we lagen op kop, dus afkijken was er niet bij. Dus we dachten: 'stick to the plan, en om de Richel heen'. Maar uiteindelijk toch niet helemaal volgens plan, want we varen veel te ver het zeegat in dan gepland. Ons navigatievermogen wordt er aan het eind van de dag blijkbaar niet beter op. Terwijl we alle schepen achter ons langs over de ondiepte zien steken, zetten wij vrolijk koers richting... Amerika? Toch maar niet dus linksaf de Vliestroom in. Het eerste stuk valt de stroom mee maar eenmaal voor het strand staan we bijna stil. Dus een tandje erbij. De vaargeul loopt hier vlak langs het strand. Zo dicht dat het net is of de tonnen verkeerd liggen. We vorderen een meter of 10 per minuut, zo lijkt het tenminste. En we zijn niet de enigen die er last van hebben. We maken deel uit van een stoet zwoegende schepen die heel langzaam de havenmond nadert. Andersom, via het Frans Gaatje hadden we de stroom mee gehad...lekker suf.

Voor vertrek hadden we een stukje gelezen van de KNRM met een advies voor het aanvaren van de haven van Vlieland. Uitgeknipt en meegenomen. We hebben het meerdere keren gelezen om zeker te zijn dat we begrepen wat er stond. Uiteindelijk een paar pijltjes in de tekening toegevoegd. De slotconclusie: maak gebruik van de 'neerstroom', voor of in de havenmond. Eb of vloed maakt niet uit; je stuurt op een westelijke koers naar de havenmond en draait strak om het groene, oostelijke havenhoofd naar binnen.
Pijltje waarschijnlijk verkeerd
om getekend...
Mooie theorie, maar het vraagt wel vertrouwen om het te doen. Ten eerste of het klopt; maar dat zal wel want de KNRM snapt echt wel hoe het werkt. Ten tweede of wij het ook goed hebben begrepen........en dat is wat minder vanzelfsprekend...
Dus op goed vertrouwen koersen we af op het oostelijke havenhoofd. De ebstroom nog steeds vol tegen. Voor ons neemt een kieljacht een aanloop van links. Door de westelijke koers steken we een stuk af en moeten we inhouden om het jacht voor te laten. Langzaam kruipen we richting de havenmond. Zou het werken of gaan we straks de reling in?... Plotseling merken we dat de stroom wegvalt. Het volgende moment voelt alsof we als het ware naar binnen worden gezogen! En voor we het weten zitten we al een eind tussen de palen. Joehoe! Op deze manier is de haven van Vlie invaren een Eitje. Bedankt KNRM!



vrijdag 25 september 2015

Wadkaarten

De grootste uitdaging bij de voorbereiding van de week wadvaren was de navigatiesoftware. Op het binnenwater zijn we inmiddels gewend  aan een app met kaartinfo en je positie. Dat willlen we dus ook voor het wad. Na wat zoeken op fora hebben we verschillende gratis kaart apps geprobeerd. Omdat we uiteindelijk toch ook een hard copy bij ons wilden hebben, zijn we gekomen op de atlas van NV Charts. De Duitse firma heeft het Oostblad en Westblad gecombineerd tot één atlas. Slim gedaan, en goed geprijst. Je krijgt er ook meteen software bij voor de pc en Android telefoon. Voor de Apple kun je de software downloaden uit de app store. We hebben de kaarten nu op de pc, de ipad en de telefoon. Dus wanneer een apparaat kuren krijgt, is er altijd een ander apparaat achter de hand.
Het downloaden van de kaarten is simpel. Op de app worden updates zichtbaar met een rood bolletje. Via add chart kit is de update op te halen. De laatste update was 113 MB dus wel een beetje verbinding nodig. In- en uitzoomen op de app gaat soms wat onhandig omdat de kaart op een bepaald punt van groot overspringt op detail. Dat punt is even zoeken met een klein scherm. Voor maximaal overzicht met detail is het een kwestie van een paar keer in/uitzoomen om het juiste punt te vinden. Na verloop zijn we daar aan gewend geraakt. Verder zit er een getijdetabel in. Door de locatie op de kaart aan te klikken krijg je grafisch het verloop van de hoog/laagwaterstanden te zien. Wel grappig vonden we dat Oudeschild in de getijdeninformatie wordt aangegeven als Altes Kind. Waar we veel gebruik van hebben gemaakt is de routeplanner. Door slepen op het scherm ontstaan waypoints op de kaart. Tijdens het varen geeft de uitgestippelde blauwe lijn houvast bij het bepalen van de richting op een klein scherm. De gps functie geeft duidelijk de vaarrichting aan. Verder hebben we alle dagtochten gelogd. Leuk om achteraf te zien hoe je (om)gevaren bent. Kortom: prima kaarten en software wat ons betreft. 

maandag 24 augustus 2015

Dagboek van een scheepshond 5


Ik voel me een beetje misselijk. Ik heb vanochtend een tijd binnen gelegen. Alles schommelde heen en weer. En het schommelen werd steeds erger. Hier buiten voel ik me een stuk beter. Als ik over de rand kijk, in de verste verte geen stukje land te bekennen. Mmmm. En wat een golven, bwah dat ze dat leuk vinden. Je wordt er nog kletsnat van ook.

Gisteren lagen we nummertje 4 in de rij. Er was weinig kans dat ik daar zelf af kon komen. Ik vind de steiger namelijk al spannend. Dus werd ik overboord gehesen. Ik begon in de lucht maar vast te zwemmen want ik zag 'm al aankomen, maar in plaats daarvan landde ik in het bootje.
Daarna zijn we naar de kant geroeid waar ik eindelijk lekker kon rennen. Ik vind het op de boot erg gezellig samen. Beetje krap dat wel. Vooral als ik 's avonds lig te slapen en iedereen steeds over me heen moet stappen. Probeer zelf maar eens een half uurtje uit dan merk je het wel, haha. Inmiddels went het scheepshondenleven steeds meer. Afgelopen jaar is er het nodige aangepast zoals het loopplankje. De oude (eigenlijk het laddertje) was goedbedoeld in elkaar geknutseld door de baas maar vond ik niet echt fijn. 'Prototype' noemde hij dat. Nou niet dus: te steil en te glad voor me. Het leek meer op een hondenglijbaan. Nu heb ik een echte hondenloopplank met anti slip. Hij kan uitschuiven waardoor het niet zo steil meer is bij de punt, en inschuiven zodat hij minder in de weg ligt. En het laddertje gebruiken we weer voor het droogvallen. Daar kan ik trouwens ook over naar boven als het moet. Hadden ze niet verwacht hoor. Beter dan opgetakeld worden! Wat ook veel beter is, is een loopmatje op het voordek. Ik geef het toe: lopen over de punt vind ik gewoon niet fijn. Ik glij zo op mijn nagels naar beneden als er niets ligt. Zit antislip op zegt de baas dan. Yeah right, verkeerde potje zeker. En die losse matjes die woeien telkens weg. Stond ik weer (muh matje...). Nu ligt er een loopmatje van vijverrubber. Uit één stuk en dat blijft goed liggen (lekker zwaar). Eindelijk geen verrassingen meer en ik loop er heerlijk op. Het kan ook als loopmatje over een buurboot als dat echt een keer nodig is, maar liever niet.
Nou tot zover. Ik ga de krant maar eens halen.

Groeten van de scheepshond.



maandag 17 augustus 2015

Zeeën van tijd

En dan lopen we toch vast. We zijn vanochtend (... een half uurtje geleden) vertrokken van Vlieland. Zo ruim op tijd dat het water in het Franse Gaatje nog onvoldoende is gestegen. Er zit niets anders op dan te wachten op meer water, dus gooien we het anker uit. Koffie dan maar?

Afgelopen dagen zijn we via Den Helder en Oudschild begonnen aan onze eerste tocht over het wad. De oversteek van Oudeschild naar Vlieland was een mooie testcase.
Windkracht 4-5 en in de ochtend flink wat buien met windvlagen van windkracht 6. Daarbij een behoorlijke golfslag met name voor en op het Scheurrak. We zijn blijven zeilen omdat we merkten dat we door het zeil stabiel in het water lagen. Het ging flink hard, af en toe 5,5 knoop (voor ons hard). Toch duurt het 6-7 uur voor we over zijn. Het is raar dat want bij vertrek van Texel zie je het eiland Vlieland al liggen, tenminste het zuidelijkste puntje. En dan moet je nog een hele dag varen. Dat lijkt niet logisch. De gangbare route over het wad loopt via Robbenzand en het Scheurrak naar het noordoosten en dan via Paardenhoek en het Inschot naar het noorden naar de Richel. Daar kun je om de Richel heen varen of via het Franse Gaatje naar de haven. De tocht wordt op internet afgeraden voor onervaren wadvaarders vanwege de vele ondieptes. Onervaren zoals wij dus. Maar na het bestuderen van de kaart en de vertrektijden besluiten we het er toch maar op te wagen. Het wordt deze week prachtig weer en de zomervakanties zijn nog in volle gang. Er zijn veel schepen onderweg.

De haven van Oudeschild was tjokvol en de schepen lagen gestapeld in de gemeentehaven tegen en tussen de vissersboten. De eerste dag lagen we in de jachthaven, op stapel als vierde aan de buitenkant. De volgende dag krijgen we een kopsteiger want Karin's ouders komen op bezoek en dan is een makkelijke instap wel handig. Aardige mensen hier van de haven. Die regelen dat toch gewoon voor je. Die gastvrijheid was ons al eerder opgevallen de eerste keer dat we hier kwamen. Het afbreken van het stapeltje van vier was nog niet zo eenvoudig want de wind stond er dwars op. De buurman had veel haast want er was een box vrij. En voor je het weet duikt er iemand anders in. We hadden mazzel want links voor lagen we vast aan een paal. Voor we het in de gaten hebben heeft de buurman de schoten los gegooid en begin achteruit te varen. De communicatie verloopt blijkbaar niet helemaal soepel want wij  zijn nog niet zo ver... Als we de motor hebben gestart varen we achteruit met de lijn nog om de paal tot we met de achterkant 45 graden tegen de wind in zijn gedraaid. Het plan werkt en het wieleffect van de schroef helpt ons een handje. De buurman is inmiddels met zijn boot tegen de achterburen aangewaaid. We trekken de lijn los en draaien verder rechtsom door om met de neus in de wind te komen. Dat lukt met een paar keer achteruit en vooruit. Toch altijd maar weer even afwachten hoe het uitpakt. De ruimte in de havens is over het algemeen krap, zeker als het zo druk is, en met meer wind wordt het dan toch best spannend. We leggen aan en hebben een fijne dag aan de kopsteiger met veel passanten op zoek naar een plekje.

Langzaam komen we weer in beweging. We halen het anker op en vervolgen onze weg langs de prikken (stokken) die de geul markeren. Een Bol komt ons tegemoet en zwaait vriendelijk.
Alles ademt rust uit. Wie haast heeft, die heeft hier het nakijken. De zee bepaalt de tijd, het ritme en soms ook de weg, en de zee heeft tijd zat. We vinden het varen op het wad supergaaf en misschien juist daarom. Het wordt uiteindelijk de mooiste dag van de vakantie. We varen door en lopen nog een keer vast. Daarna gaat het beter en waar het Franse gaatje overgaat in de geul varen we verder richting Harlingen. Eerst naar het zuiden via Wolfshoek en het Inschot en dan linksaf, het Zuidoostrak, een wantij over. Voor we het weten zijn we op plaats van bestemming: de platen van Waard, vlak achter het zeehondengebied. De bedoeling is dat we hier droogvallen (tenminste dat hopen we) en misschien zien we nog een paar zeehonden. Onderweg zijn we er al één tegengekomen. Het beest hing rond bij een ton voor het Zuidoostrak. We gooien het anker uit op de plek waarvan we denken dat we goed kunnen droogvallen. Met de vaarboom speuren we de bodem af. Zand, en overal rond de boot even diep. Het is een grote plaat waar we een stuk op zijn gevaren. De kans dat we hier schuin komen te liggen is niet erg groot.
Net als we liggen, de tafel naar buiten hebben gehaald en onderuitgezakt een glaasje hebben ingeschonken, steekt de wind op. En het wordt meteen een goeie 5. Met de wind komt een hoge golfslag waar we als gevolg van de ebstroom dwars op liggen. We worden vervelend heen en weer geslingerd en het glas rode wijn belandt van de tafel op de arme (witte) Banjer. Die had al meer wijnvlekken opgelopen de afgelopen week als gevolg van onhandige acties. We willen eigenlijk gaan barbequeuen maar zoals het er nu uit ziet gaat dat niet lukken. Het geslinger is bovendien erg slecht voor onze eetlust. We kunnen niet meer normaal door de boot lopen zonder heen en weer gegooid te worden. Er was windkracht 4-5 voorspeld afnemend naar 3-4 in de periode tot vannacht 2 uur. Het kkan dus nog wel even duren. Als we hier willen blijven dan moeten we iets doen om de situatie te verbeteren. Eerst zetten we de giek vast. Dat geeft wat rust in de kuip. De wind komt van links, de stroom van voren. We kijken naar de ankerketting. Die loopt van de punt schuin bakboord uit. We proberen eerst met het tweede anker de achterkant weg te trekken maar dat lukt niet. Dan besluiten we een zeil over de kuip te spannen aan de windkant. Dan zitten we in elk geval uit de wind en de weerstand van het zeil drukt de boot hopelijk wat schuiner op de golven. Dat werkt gelukkig. We zitten uit de wind en maken nu een schuine hoek op de golven. Op deze manier is het wel uit te houden. We schenken het omgevallen glas opnieuw in terwijl Banjer achterdochtig vanuit zijn ooghoek toekijkt. De barbecue lijkt nog niet in zicht en eerlijk gezegd hebben we op dit moment nog weinig trek.

Opeens lijkt het of de golfslag minder wordt. En even plotseling als de golven zijn gekomen zijn ze weer verdwenen! De wind is nog even hard. Vreemd...
Na een poosje bedenken we dat het water is gedaald. De platen van Waard komen langzaam uit het water en hebben een dempend effect op de golfslag. De onstuimige golfslag verandert in de rustig golvend zeetje. En de barbecuekansen nemen zienderogen toe! Het duurt dan ook niet lang voor we de kolen aansteken. We hoeven hier niet bang te zijn dat we iemand anders behalve onszelf uitroken want er is geen schip in de buurt. Heel ver weg achter het Zuidoostrak zien we twee schepen liggen. En de zeehondensafarie vaart af en aan langs de plaat die als eerste uit het water komt. En we kunnen nu zeggen: een wadbarbeque smaakt heerlijk. Een beetje zilte lucht doet wonderen. Ondertussen lopen we tijdens het eten langzaam vast. Eerst begin het gebonk op het roer. We liggen een beetje achterover in het water en het bonken van het roer is een handige graadmeter als het ondiep wordt. Even later liggen we vast maar het water daalt niet genoeg. Misschien komt het door de harde wind waardoor het water wordt opgestuwd. Of gewoon door de plek die we hebben gekozen. Geen idee. Om half 10 is het laagwater en dan staat er nog steeds een kleine 30 centimer. Balen want we hadden gehoopt dat we droog zouden liggen. We gaan maar naar bed nadat we het ankeralarm hebben gezet. Morgen is het laagwater een stuk lager dus dan hebben we misschien meer geluk.

Het volgende laagwater is ook niet laag genoeg. Dit keer staat er nog 15 centimeter. Desondanks gaan we van boord en ook Banjer moet eraf want die kunnen we hier nergens uitlaten

Dat is wel een probleem omdat we hadden verwacht om droog te vallen. We hijsen Banjer van boord met een katrol aan de giek. We hebben een gordeltje van Ruffwear waar hij helemaal in kan hangen. Gelukkig blijkt hij zijn behoefte ook gewoon te doen als er een laag water staat. Als er maar grond onder de poten is, zal hij wel denken. Dat is een geruststelling want er is hier verder nergens een geschikte aanlegplek. Uitgelaten rent hij door het water, spettert ons nat en is helemaal blij om eindelijk weer rond te kunnen rennen. Als het water op komt takelen we hem weer aan boord en vertrekken dan.
Het is een lang stuk tot Den Oever, vooral omdat het niet erg hard gaat want we hebben stroom tegen (vloed). Dat is een nadeel van droogvallen; het tij bepaalt wanneer je weg kunt en in dit geval is dat ongunstig. Maar we varen rustig verder en hoe meer we richting Den Oever komen hoe meer de stroom afneemt en hoe sneller het gaat.
Het wordt een dag waarop we 's ochtends de zeilen over bakboord zetten en ze daar de rest van de dag laten staan. Ook de kluiver hebben we erop staan. Lekker zoveel ruimte om te varen. We varen de hele dag onder de afsluitdijk en zijn nog even toeristische bezienswaardigheid als we de parkeerplaats bij het monument halverwege de dijk passeren. Verder is het vooral rustig, een enkel schip richting Harlingen. Het is prachtig weer met een wind kracht 4. Bij Den Oever doen we de zeilen naar beneden en varen tegen de wind in door het Visjagersgaatje naar het Amsteldiep. We hebben inmiddels de stroom mee. Tot we het Amsteldiep indraaien waar volgens ons dan met eb weer een tegenstroom staat. De rand van de geul is afgezet met stokkken, of wat daar nog van over is. Soms moet je ze op laag water zoeken want de meeste zijn afgebroken. We varen tot voorbij de boei AMD-A en bij een markante staak steken we de Westwal op. Het wordt meteen ondiep dus besluiten we niet ver van de geul het anker uit te gooien. De bedoeling is om hier droog te vallen. En dan dit keer hopelijk WEL echt droog.
Na het avondeten begint het roer weer te bonken. Een goed teken. We zien grote zwermen vogels van het land het wad op vliegen en neerstrijken op het water waar de platen straks tevoorschijn komen. Het is een mooi gezicht. We beginnen ons een beetje zorgen te maken of het water dit keer voldoende zal zakken om echt droog te vallen. Het duurt erg lang en we besluiten maar vast van boord te gaan.
We maken foto na foto. Met de ondergaande zon kun je aan de gang blijven. Martijn en ik lopen naar een droge plaat iets verderop. Het is een mooi gezicht onze boot op de plaat en verder helemaal niets behalve een enkele staak, vogels en de geul op de achtergrond. Hier doen we het voor. Het laatste uur trekt het water plotseling weg en ligt de plaat helemaal droog. Missie geslaagd. We lopen nog wat langs de geul en maken foto's. 's Avonds zetten we het luik open zodat we vanuit ons bed de sterrenhemel kunnen zien. Het zijn er duizenden. Martijn vindt het geweldig en wij ook. Voor ons geen haven meer als het niet nodig is. Dit is te leuk. Voorlopig is dit wel de laatste keer want morgen varen we terug naar huis. We bedenken dat we na laagwater vreselijk de stroom tegen krijgen naar Den Helder. Niet handig want de vloedstroom is hier sterk. In dat geval komen we morgen niet helemaal thuis. We besluiten om voor laagwater te vertrekken. Dus 4 uur op, half 5 weg. Het wordt een korte nacht.
 
Het is half 5 en donker. Het roer bonkt al op de grond dus enige haast is geboden anders zitten we alsnog vast en blijven we een tij liggen. We zetten de boordlichten aan proberen het anker los te trekken. Dat blijkt niet te gaan. Daarom varen we er overheen maar hij blijft vast zitten. Het is geklooi in het donker. Pas bij de tweede poging komt er beweging in. Karin haalt het anker binnen terwijl ik met een bonkend roer probeer om in de geul te komen. Omdat het kompas nog gerepareerd moet worden, bepalen we de richting op de gok. We hebben wel de navigatie app als houvast maar het is lastig om op koers  te blijven. Het is erg donker en de enige referentie zijn de lichten van Den Helder. Die moeten links liggen en in de verte rood/groen licht van de vaargeul. We lopen nog een keer vast omdat we weer de plaat op zijn gevaren. Die loopt hier in een bocht. Dan zien we de contouren van een stok die de rand van de geul markeert. Met wat moeite weten we opnieuw los te komen bereiken dan eindelijk dieper water.
De app geeft aan dat we goed zitten en in de juiste richting varen. Mooi. Pff, het scheelde weinig of we hadden nog een laagwater moeten uitzitten. Varen in het donker hebben we niet eerder gedaan en het heeft daarom ook niet direct onze voorkeur. Maar in dit geval kon het niet anders. Eigenlijk wel goed om eens te doen. Het is helder en er is op zich goed zicht. De lichten van de vaargeul naar Den Helder zijn ook duidelijk zichtbaar. De onverlichte boeien zijn slecht te onderscheiden. Er is verder niemand op het water en dat is  prettig. In het Malzwin staat een hoge golfslag. Het is wind en stroom tegen elkaar op. De golven slaan stuk op de romp en water slaat over de boeg in de kuip. Het wordt een natte aangelegenheid. Het maakt de ambiance in het donker helemaal compleet. Gelukkkig schieten we wel op met de stroom mee en wordt de golfslag minder naarmate we dichter bij Den Helder komen. Ongeveer anderhalf uur na vertrek varen we de haven binnen en de brug door naar de sluis. Die staat net open dus we kunnen samen met een bunkerschip schutten. Het is inmiddels licht geworden. Eenmaal in het kanaal kunnen we ontspannen. Heerlijk om even in rustig water te zijn. Geen stroom, geen golven, niet constant navigeren. Gewoon rechtdoor tot je een ons weegt (en opletten dat je niet tegen een brug vaart). Het is wel een groot contrast met afgelopen dagen maar voor nu even prima.

En bruggen zijn er veel. Ik heb ze nooit geteld want ik ben bang dat het dan een drempel wordt. Ophaalbruggen, vlotbruggen, draaibruggen (of hoe die ook mogen heten). Met de marifoon erbij gaat het over het algemeen vrij vlot. We komen bij een vlotbrug die open staat. Langs de kant staan mensen te wachten. De lichten staan dubbel rood. Als we beter kijken zien we iets in het midden drijven. Via de marifoon vragen we de brugwachter wat er aan de hand is. Er ligt een grote pol met planten midden tussen de twee beweegbare delen van de vlotbrug. Die kan op deze manier met geen mogelijkheid dicht. Aan de opstopping op de kant te zien, duurt de situatie al een tijdje. Het lijkt er niet op dat er enige beweging in de pol zit. De brugwachter vraagt of we willen proberen om hem aan de kant te duwen. Gelukkig zijn we daar op gebouwd. We varen we langzaam door de brug die nog maar een klein stukje open staat en duwen de pol voor ons uit. Het blijkt een zware kluit losgeslagen waterplanten. De pol komt aan stuurboord weer tevoorschijn en drijft tegen de zijkant van de brug. De brugwachter is blij dat hij van de patstelling af is. Vanaf dat moment gaan alle lichten van de bruggen spontaan op groen. We varen in recordtijd door Alkmaar. Het is dat er zoveel bootjes op het water zijn en we moeten oppassen, anders hadden we gewoon door kunnen varen.
Bij de Texelsebrug zit de brugwachter. Die doet het raam open en bedankt ons nog een keer voor de hulp. En wij bedanken hem voor de snelle doorvaart. En dan is het nog maar een klein stukje naar Thuishaven. We zijn verbaasd als we het meer op varen. Door de wijdsheid van het wad is het meer de afgelopen week met ongeveer de helft gekrompen. Tenminste zo lijkt het. De vakantieweek zit er op. We zijn verslingerd geraakt aan het wad. Voorlopig moeten we het hier even mee doen en kunnen we nagenieten van een fantastische week. Voor nu ruimen we met enige tegenzin de boel op en gaan naar huis.
 
 

vrijdag 12 juni 2015

De kluiver

Het was prachtig weer afgelopen weekend en er stond een goede 4. Mooi weer voor een dag zeilen.
Het leek ons ook eens tijd om de kluiver uit te proberen. Dat is er tot nu toe nog nooit van gekomen. We zagen er altijd wat tegenop en laten we eerlijk zijn, aan twee zeilen hadden we de afgelopen jaren al ruimschoots genoeg. Maar Martijn is inmiddels zo groot dat hij kan helpen tijdens het varen. We merken dat we minder op hem hoeven te letten en daardoor wordt zeilen en varen in het algemeen een stuk makkelijker. Hij zit sinds een paar weken op zeilles bij de vereniging. In het begin was het best spannend (je kunt per slot van rekening omslaan met een Optimist...) maar inmiddels begint hij er veel lol in te krijgen. We merken dat hij daardoor het zeilen met onze boot ook veel leuker vindt.
Terwijl Martijn met Karin de boel op koers houdt ga ik een poging doen om de kluiver te hijsen. Dat valt niet direct mee omdat het ding achter de fok langs moet. En die zit dan behoorlijk in de weg! Het is even zoeken. Hoe werkt dit? Na wat gehannes lukt het om het zeil achter de fok langs te krijgen. Ik haal hem omhoog en het volgende moment valt de wind er in. We zijn verrast over hoeveel het scheelt. Het is net of iemand de  turbo heeft aangezet. Martijn gaat het zelfs iets te hard. Gaat dit wel goed papa?... En omdat Papa het ook niet weet, zegt hij maar van wel. We zijn heel snel aan de overkant. Als we overstag gaan halen we hem weer weg. Dit was leuk!
We ankeren in het moddergat voor de lunch en Martijn roeit wat rond de boot. Daarna zeilen we richting kanaal voor een rondje naar de haven. Martijn stuurt en deelt opdrachten uit. "Mama die fok mag iets strakker hoor!"  Nou, dat belooft nog wat...
Terug in de haven spreken we de buren van verder op de steiger. Ze hebben foto's gemaakt van onze kluiveraktie. Het zag er erg stoer uit al was het maar een klein stukje. Binnenkort gaan we het nog maar eens proberen.

De lier II

De boot ligt weer in het water en de lier is inmiddels helemaal gereviseerd en geschilderd. De staalkabel die er op zat maakt snel beschadigingen en er hier en daar steken er scherpe draden uit. Daarom willen we de kabel te vervangen voor een nylon lijn. Maar ja, hoe sterk moet die zijn? We gaan eens kijken in de watersportwinkel. De breeksterkte loopt tot 5800 DAN. Dat komt bijna overeen met 5800 kg. We besluiten om de iets lichtere lijn te nemen van 12 mm. Toch nog goed voor zo'n 2400 DAN. Toch blijft het wel spannend. Zou dit houden? Geen idee hoe groot de trekkracht wordt als de mast bijna het laagste punt bereikt. De kracht op de constructie neemt dan aanzienlijk toe. We besluiten het er toch op te wagen. Aan het eind maken we een oog door de lijn met de speedy sticker dubbel te naaien. Daarna omwikkelen en afwerken met takelgaren.

Nadat de lijn op de lier is gezet gaan we de mast overeind zetten. Na een paar slagen komt de mast langzaam van de bok. Als hij 30 cm boven de bok hangt, laten we hem even hangen en zetten er nog wat meer druk op door er even aan te trekken. De lijn geeft geen krimp. Veert een heel klein beetje maar niet vervelend. De rek op de lijn valt heel erg mee. Missie geslaagd! We zijn blij dat we van de staalkabel af zijn. De nylon lijn blijkt nu al veel makkelijker te werken. Als de stagen zijn vastgezet toasten we op dat we weer een complete boot hebben.