maandag 29 september 2008

Een week vakantie

Dag 1
Toen we de boot kochten hebben we besloten om er dit jaar ook een week mee op vakantie te gaan. We hebben geen idee hoe het is om een week te varen. Hoe gaat dat met wassen enzo. Het idee om je elke ochtend bij het keukentje te wassen wordt niet door iedereen met evenveel gejuich ontvangen. Maar we hebben besloten dat we wel zullen zien hoe het gaat. De auto is vol als we vertrekken. Voldoende kleren, eten, speelgoed. Voorzichtigheidshalve nemen we waarschijnlijk teveel mee. Het weer zal de komende week goed zijn op wat buien na. Bij de haven rijden we twee karretjes spullen naar de boot. Daarna gaan we met alle jerrycans naar de pomp. We hebben geen zin om er aan te leggen want het is erg druk. We kopen nog een extra tank in de winkel. Het duurt even want er staat een man te tanken die 1000 liter moet hebben. Ze zetten hem voor ons even stop op 600 liter. Met alle tankjes vol moeten we een eind kunnen komen. We gooien alle diesel over in de bandstoftanks en dan vertrekken we. We hebben een rondje uitgestippeld waarvan we denken dat dat haalbaar is in een week. Het is lastig te bepalen wat onze actieradius zal zijn. We hebben tot nu toe nooit uren aan een stuk gevaren. Daarbij zijn er nog wat onzekere factoren zoals bruggen en sluizen die we tot nu toe niet zijn tegengekomen. Een ander punt is dat we onder een paar bruggen door moeten die niet omhoog kunnen. We zullen de mast dus moeten strijken en eerlijk gezegd weten we niet hoe dat moet... Maar goed we kunnen altijd terug en met die gedachte beginnen we aan de reis. De eerste overnachting is in een kanaal tegenover een boerderij aan de rand van een natuurgebied. Naast ons ligt een kleine salonboot. Het zoeken naar een plek duurde even en officieel staan hier geen paaltjes. We zijn er al voorbij als we toch besluiten om te keren. We hebben de lijnen verlengd en deze na wat gehannes door de brandnetels, aan een paar dikke populieren geknoopt. De mobiele kurketrekker dient voor de spring. We koken en eten op het achterdek. De zon gaat in het verlengde van het kanaal onder in een rode gloed.


Dag 2
We hebben goed geslapen. De salonboot is al verdwenen. We nemen ruim de tijd voor het ontbijt en vervolgen dan de weg via het kanaal. Het varen is goed te doen. We tuffen op een laag toerental door de vaart al wijzend op voorbijkomende schapen, molens, trekkers en ga zo maar door. Martijn vindt het prachtig. Als voorbereiding op deze week zag Karin op internet de tip om een kinderstoeltje of fietsstoeltje meenemen voor op het dek. Diverse montagemethoden doen de ronde. Wij hebben een Ikea stoelje van plastic meegenomen en de poten thuisgelaten. Het zit met een touwtje aan de bank vastgeknoopt en achter de rugleuning aan een kikker. Het blijkt al snel een uitkomst. Martijn zit er regelmatig in. Zodra we onze handen vrij moeten hebben, zetten we hem erin. Hij vind het ook leuk om erin te spelen.

De eerste keer tanken
Na een paar uur varen komen we bij een jachthaven. Op de kop van de ingang staat een grote dieseltank. Dat treft want we hebben gezegd dat we onderweg ergens zouden tanken. We maken een bocht naar links en leggen aan tegenover de tank. Bij het huisje naast de tank zit een bel maar er komt niemand. Als Karin op zoek gaat komt de havenmeester net aanrijden. Hij is wat stug maar vriendelijk. We hebben aangelegd op een plek waar hij niet mag tanken. 'Tsja, milieuwetgeving he. Als ik dat doe krijg ik gedonder.' Ik verontschuldig me nog een beetje en leg uit dat het de eerste keer is dat we tanken. 'Ja dat dacht ik al' zegt hij. Als beginner spring je duidelijk in het oog bij ervaren rotten. Hij helpt me met het verleggen naar een plek waar het tanken wel is toegestaan. Er gaat zo'n 60 liter in. Meer dan we dachten want de tanks zijn half vol. Bij het betalen krijgen Karin een grote hoeveelheid theelepeltjes cadeau. We moeten er wel om lachen. Als je hier regelmatig tankt kom je waarschijnlijk om in de lepeltjes. Voor ons is dit setje best handig. We praten nog wat met twee jongens van de verhuur die horen dat we de boot net hebben. Als echte Friezen lopen ze wel warm voor een platbodem. Ze geven ons nog wat tips en vragen waar we heen gaan. Ze waarschuwen dat we niet onder de volgende brug doorkunnen. Daar hadden we al helemaal niet meer aan gedacht... We besluiten buiten de haven in het kanaal te gaan liggen. Er is een stukje gras en daarachter een rij hoge bomen. Het is inmiddels erg warm geworden. We zetten de stoeltjes in de schadw en gaan wat eten. Onder het eten bespreken we het plan van aanpak voor het strijken van de mast.

Het strijken van de mast
Het plan van aanpak is dat ik de mast zal strijken en dat Karin Martijn bezighoudt. Meer plan is er niet, want we hebben geen idee hoe het maststrijken precies werkt. Ik heb alle onderdelen waarvan ik vermoed dat ze dit doel bedoeld zijn, op het dek verzameld. We weten wel dat het middels een soort hefboom constructie zal moeten, en dat de lier op het voordek als vast punt dient, maar daarmee houdt het wel op. Het wordt dus een soort logica puzzel.
Er zijn drie stalen delen. Een korte met een wiel. Een lange met een vork, en een lange met een brede flens iets boven het eind. De twee lange delen passen in elkaar. Het deel met de flens moet vast ergens in. Er is een groot gat in de mastvoet. Na wat wrikken blijkt de stang inderdaad precies te passen. De korte stang met het wiel blijft over. Voor op het dek zit een buis waar deze precies in past. Ik zie niet direct wat de functie is. Het is lastig om de voorstag los te krijgen. Hij zit rechtstreeks met een harp op de punt. Met een hulptouwtje lukt het de spanning eraf te krijgen. De kartrol met haak die op de staaldraad van de lier zit komt op de punt.
Langzaamaan wordt het een constructie waarvan je zou kunnen zeggen dat je er een mast mee kunt strijken. Ik leg de kabel over de korte stang met katrol. Hij staat niet helemaal in lijn met de staaldraad, dus ik twijfel of dit wel de bedoeling is. Voor de zekerheid haal ik de zijstagen los. Later hoor ik dat je dit beter niet kunt doen. Ook de aansluitingen van de marifoon en het toplicht gaan los. Het is bloedheet en in de volle zon is het een warm klusje. Ik twijfel even met het verwijderen van de dikke borgbout in de mastvoet. Toch nog maar een keertje checken. Het hengsel van de lier zit vast met een touw omdat de vergrendeling ervan niet meer werkt. Na een dubbelcheck verwijder ik de bout in de mastvoet. Er gebeurt niets... Voorzichtig geef ik de mast een zetje waarna deze zachtjes in de voorstag valt. So far so good! En nu draaien maar! Het duurt even voor er een gunstig moment is zonder passerende boten. Langzaam zakt de mast naar beneden. Het werkt! Bij een stand van 10 - 15 graden neemt de kracht merkbaar toe en wordt ook de werking van stang in de mastvoet merkbaar. De stang zorgt voor een hoek in de kabel die, vanaf de top van de mast, via de punt van de stang loopt en zo helpt de trekkracht van de mast aan de kabel om te zetten in neerwaartse kracht op de mastvoet. In deze stand wordt ook de wirwar van neerhangende touwen duidelijk. De dirk ligt al in het water... Met wat eindjes touw knoop ik ze om de mast. Dan is het nog een klein stukje zakken en de mast ligt op de bok. Het is gelukt! Volgens mij moet het op deze manier ook lukken de boel weer overeind te krijgen. Voorlopig zal dat niet nodig zijn want we hebben nog wat bruggen te gaan. We besluiten hier te blijven. Er is noodweer op komst. Als de wind niet draait, liggen we beschut achter de hoge wal en de bomen. Tegen een uur of 6 neemt de wind toe en een uur later barst het noodweer los. We liggen inderdaad mooi beschut. Zolang er geen boom omwaait is het een ideale plek. Het onweer trekt over maar keert laat op de avond terug. Het blijft de hele nacht spoken.



Dag 3
Ondanks het slechte weer hebben we goed geslapen. Het dek ligt vol takken en bladeren. We hebben de kaart en de wateralmanak meerdere keren bestudeerd voor we snappen hoe het precies zit met de bediening en afmetingen van de bruggen die we vandaag passeren. We vinden het best spannend. De eerste beweegbare brug komt al snel in zicht. Hij wordt op afstand bediend. Als we dichterbij komen zien we een paal in het water met een rode knop erop. In een soort 'Te land, ter zee en in de lucht'-aktie ziet Karin, half in de paal hangend, nog net kans om op de knop te drukken. We maken wel een lichte aanvaring met de paal. Even later gaat de brug open. We varen er door op naar de volgende twee. We komen in een smal kanaal. We zijn gewaarschuwd dat dit een trekpleister is en dat klopt. Het ligt vol. We moeten tussen de overstekende bomen slalommen om tegemoetkomend verkeer te ontwijken. Als Karin ziet dat de brug openstaat geeft ze, rechtgeaarde westerling als ze is, 'wat gas' om deze 'even te halen'. De slagen van de diesel galmen door de stilte van het kanaal. Mensen staan op van hun stoeltjes om te kijken wat er aan de hand is. We trekken zowaar een klein hekgolfje voorzover je daar bij een zeeschouw van kunt spreken. Ik denk dat we iets harder varen dan hier is toegestaan (6 km/u). We krijgen wat afkeurenswaardige blikken, maar die brug die haalt ze wel. Terug op het lage toerental keert de rust in de omgeving terug. We passeren een handbediend fietspondje. Hoe diep zou die ketting steken? We varen er behoedzaam omheen. Even later een hoge fietsbrug. Vervolgens onder de provinciale weg door.
Het is opmerkelijk druk op de kant. Meestal is er dan wat te zien... De gegevens zeggen dat deze brug 2.40 m. hoog is, en wij menen dat we 2 meter hoog zijn dus dat moet passen. Er zijn drie doorgangen. Het is niet te zien welke de hoogste is. We kiezen voor de middelste. Als Karin met de voorsteven in de tunnel is verdwenen hoor ik plotseling:"Kijk uit, het wordt hier lager! Ik weet niet of dit past hoor!". Even wil ik hem in zijn achteruit gooien maar het is smal en ik ben bang dat we met die aktie een van de peilers zullen raken. Als we helemaal onder de brug zijn verdwenen zie ik dat het net gaat. Maar dan ook net. Er zit zo'n 10 tot 15 centimeter tussen de mastvoet en het betonnen plafont. Er lopen lange strepen over de onderkant van de brug. Er moet geen golfslag staan want dan past het niet. Met kloppend hart komen we aan de andere kant tevoorschijn. Pfff... we zijn op het Tjeukemeer.
We proberen het klapanker dat we onlangs hebben gevonden in een van de opbergruimtes. We gebruiken een lijn die nog nagelnieuw op de spoel zit en waarvan we het doel tot nu toe niet konden achterhalen. Het blijkt een loodverzwaarde lijn te zijn specifiek voor een anker. Da's lekker meegenomen! De nieuwe bal die we onlangs hebben gekocht gaat ook te water. De grip van het anker valt wat tegen maar er is genoeg ruimte voor afdrijven.
Na het middageten varen we het meer over. Al snel begint het dieptealarm te piepen. We trekken een modderig spoor door het water. Het wordt een beetje spannend als we ook nog waterplanten zien verschijnen. We sturen zo snel mogelijk naar de vaargeul en komen gelukkig niet vast te zitten. We hebben wel weer wat geleerd...
Martijn gooit de afwaskwast overboord en even later een schuursponsje. Hij kijkt ze beteuterd na. 's Avonds duurt het lang voor we een plekje hebben gevonden. Het is hier aanmerkelijk drukker dan waar we vandaan komen. Uiteindelijk vinden we toch een mooie plek langs een kanaal vlak bij een meer. Ik zet het nieuwe net (schepnet/vangnet?) op de stagen van de kluiverboom. Het model is misschien wat krap uitgevallen maar volgens Karin rekt het nog wel.

Dag 4
We varen verder en komen op het Sneekermeer. Het is vandaag weer een snikhete dag. De mast ligt nog steeds naar beneden en ik begin me wat zorgen te maken of dit wel zo lang kan, gezien het doorbuigen. We besluiten de mast weer overeind te zetten. Ondertussen heb ik de tip gehad om de stagen niet los te maken in verband met het opvangen van mogelijk slingeren van de mast. We zetten ze dus eerst vast. Het overeind zetten is een zwaar klusje maar het gaat zonder problemen. Met mast voelen we ons toch meer boot, en opgewekt gaan we op pad. Het is vandaag als de voorgaande dagen snikheet. Op het Sneekermeer buigen we af naar een zijmeertje en leggen daar voor de rest van de dag aan om te zwemmen en van de omgeving te genieten. We draaien de boot als we zien dat onze buurman dat ook doet. Het scheelt een stuk nu we beter in de wind liggen. We hebben waterzakken gevuld die we hebben gevonden bij de spullen van de boot. Het zijn thermozakken waarin het water opwarmt door de zon. Bij wijze van proef hangen we een zak aan de giek boven de kuip en douchen Martijn. Hij vindt het prachtig en knapt er duidelijk van op. Martijn heeft zich deze dagen ontpopt tot een waar zeeman. Waar we voorheen moesten vangen en grijpen compenseert hij nu routinieus alle bewegingen van de boot, zelfs op het schuin aflopende motorluik. Hij kijkt er al niet eens meer van op als hij ergens mee bezig is. Zwaaien naar voorbijkomende boten is een van zijn favoriete bezigheden. Hij oogst daarmee veel succes. Zelf zijn we na drie dagen al aardig gewend aan het varend leven. Het wassen blijkt mee te vallen en met het warme water uit de zakken kun je goed je haar wassen. We doen gewoon het slangetje door het raam naar binnen.
Gisteren bleek het drinkwater op. Als we kijken blijkt er nog een flinke laag te zijn in beide tanks. We plaatsen ze wat schuin zodat we nog een dag vooruit kunnen. Morgen zullen we bij de haven terug zijn.

Dag 5
We hebben besloten om vandaag naar de haven te varen. Het water is op en we moeten morgen terug naar huis. We willen in ieder geval vast onder de brug door. Daarna kijken we wel. We vertrekken vroeg en het is nog lekker koel en rustig op het meer. We maken nog een 'reddingsrondje' als Martijn weer wat spullen overboord gooit.
De brug is dicht. We liggen er al een tijdje voor maar er gebeurt niets. Een man op de kant roept iets naar Karin die op de punt staat. "Wahaaat?" ... "Hij is koffie drinken. Je moet toeteren"... "Ik heb geen toeter"..."Dan moet je blazen!" De man maakt een gebaar van blazen. .. "Aah OK. Bedankt!" Snel halen we de toeter tevoorschijn en geven het signaal. Het werkt inderdaad! De brug gaat open. We hebben weer wat geleerd en we moeten er erg om lachen. De man op de kant waarschijnlijk des te meer. We overnachten in de haven. De dag erna pakken we de spullen in gaan naar huis.

Het is een leuke week geweest. We hebben al varend veel van de boot leren kennen. Het raadsel van het maststrijken is opgelost. Martijn heeft zich erg goed vermaakt en vindt het varen leuk. We zijn erg blij met de Amazone. Het is een prettig schip om op te leven en te varen, voorzover wij daar natuurlijk kijk op hebben. Zelf ben ik helemaal gevallen voor de ovale ruitjes. Het motorgeluid is ook fantastisch. Er is al twee keer iemand voor van de fiets gestapt om even te vragen of dit nog een echte SABB is! Erg grappig om te zien hoe het nostalgische geluid een glimlach op de gezichten van deze, over het algemeen mannen op leeftijd, tovert! We zijn erg trots op onze boot.

vrijdag 5 september 2008

De eerste keer 'buitengaats' slapen

05.07.08
Vandaag gaan we de watertanks plaatsen. Het aansluiten gaat vrij simpel. De slang laat zich makkelijk over de nieuwe doorvoeren plaatsen. Slangklem aandraaien en klaar. We testen met
een laag water en alles blijkt waterdicht te zijn. Als we de tanks hebben afgevuld gaan we een stukje varen en leggen aan langs een kanaal. Het is een populaire overnachtingsplek. Je kunt je boot mooi vastmaken aan daarvoor bestemde witte paaltjes. Voor de zekerheid zetten we nog een spring met een landpen. Pen is niet het juiste woord, het is meer een landkurketrekker.
We hebben hem al vrij snel aangeschaft toen bleek dat niet overal waar wij willen aanleggen vaste punten zijn. Het ding laat zich vrij makkelijk indraaien en zit daarna stevig verankerd in de grond.

Het is een mooie avond en Martijn speelt nog wat op de kant. Hopelijk gaat het slapen dit keer beter. In ieder geval zal hier niemand last van hem hebben mocht hij vannacht huilen.
Slapen blijkt heel goed te gaan alleen is hij al om 5 uur wakker. Ik ga er maar uit. Als we samen naar buiten gaan om te kijken of de vogels al wakker zijn, blijkt de hele omgeving gehuld in mistflarden. De zon komt net op en het is een mooi gezicht. Martijn kijkt verbijsterd om zich heen. Dit is duidelijk niet wat hij zich bij deze dag had voorgesteld. Terug in de kajuit vallen we samen op de bank in slaap en slapen tot 7 uur.

Het is gaan waaien. Er staat zeker windkracht 5 met uitschieters. We besluiten de zeilen eens nader te bekijken. Daarvoor is hier op de kant mooi de ruimte. Bij het uitrollen van het grootzeil en de botterfok schieten we in de lach om de enorme oppervlakte. Mmmmm, moeten we dit gaan hijsen? Nog maar even niet lijkt ons. Er zijn ook twee fokken en een kluiver. Er is duidelijk mee op het wad gezeild want hier en daar zitten restjes zout. We pakken de boel weer in en ik maak nog wat schoon bij de motor. Van mijn broer heb ik de tip gekregen om remmenreiniger te gebruiken. Hij heeft een garage in Portugal dus hij zal het wel weten. Het lost alle vuil en vettigheid op waarna je het met een doek zo kan wegvegen. Met de groffe spuitstraal kun je goed tussen randjes en in de hoekjes komen. Het knapt in ieder geval flink op.

Tegen de middag varen we nog een stukje. Het wegvaren blijkt best lastig. Dit is nieuw, we liggen aan de lage wal. Het plan is om achteruit weg te varen aangezien de romp door de wind tegen de kant wordt geduwd. Die krijgen we zeker niet om. Karin staat op het voordek klaar met de vaarboom om af te houden. Bij het achteruitvaren draait de boeg naar de wal. Ik geef eigenlijk net te weinig gas om een veilige afstand te houden van de kant. De boeg zwaait rakelings langs de kadebeschoeiing. Het gaat net goed. Hier moeten we later nog maar eens over nadenken...
Tijdens het varen gebruiken we de zwaarden om beter koers te kunnen houden. Hebben we gelezen in 'Varen met platbodems'. Met zijwind heeft het duidelijk effect. De zwaarden laten zich makkelijk steken (zeg je dat zo?) Het is leuk om te doen en ziet er stoer uit (dat vertellen ze er in het boek niet bij). Niet dat ik nu een zeil zou durven hijzen maar dat weet gelukkig niemand.
We varen nog een stuk over het meer. Er staat een flinke golfslag. Karin die zich zojuist een plekje op de bank heeft gezocht krijgt een flinke klets water over zich heen. "Leuk he een boot!". Via het meer varen we naar de haven.

We varen naar binnen als altijd maar het indraaien in de box mislukt volledig. Ik zet hem in zijn achteruit en voor we het weten zijn we de box voorbij gedreven... Wat is dit? Op het moment dat je denkt dat je weet hoe het moet, zijn de omstandigheden net weer anders en blijkt dat je er helemaal niets van kunt! Nou ja, net even iets anders, het is windkracht 5-6 in plaats van 3 of geen wind. We liggen overdwars tussen de boxen met de rug in de wind. Het lukt niet om de boeg in de richting van de box te krijgen. We drijven overdwars richting het einde van de rij boxen. In een poging om terug te komen rammen we een paal van een andere box. De ijzeren ring op de kop maakt een flinke kras in de lak. We naderen nog een keer akelig dicht een ander schip. Met zo'n sterke meewind blijkt het veel langer te duren voor je stil ligt. Een vervelend gevoel was er al maar begint zich nu echt aan ons op te dringen. Ondertussen kijken er wat mensen geïnteresseerd toe hoe we dit gaan oplossen. We voelen ons behoorlijke suf.
Karin gaat bijna overboord als de vaarboom, waarmee ze de romp in de goede richting probeert te duwen, in de blubber blijft steken. Het wordt bijna de klassieker van de Venetiaanse gondelier... Bomen heeft dus geen zin, daarvoor blijkt het ook te diep. Ik besluit eerst
achteruit en dan vooruit scherp naar rechts te sturen. Dit heeft wat effect. We liggen tenminste iets minder dwars tussen de boxen. Weer achteruit en nog een keer vooruit scherp naar rechts. We liggen recht en zijn een paar meter dichter bij de box. Dit lijkt te werken, dus herhalen we dit nog maar een paar keer tot we tot onze vreugde de box voorbij zijn. We nemen een aanloop voor de herkanzing. We schampen de paal met de zijkant maar de neus is tenminste binnen. Nog wat gehannes en we liggen tussen de palen. Met kloppend hart maken we de landvasten vast.
Het hele circus heeft zeker een kwartier geduurd en we voelen ons op dit moment een stel behoorlijke prutsers. We nemen de schade op. Er zit een diepe kras in de romp waar de ijzeren ring de lak heeft geraakt. Op de zijkant zit een ondiepe kras. Er is wel een ding goed gegaan: we hebben tenminste geen andere boten geraakt. Dat is voor ons het belangrijkste. We besluiten de lak meteen bij te werken.

Terwijl ik met een schuurpapiertje, kwast en een pot verf op de steiger lig om de boeg bij te werken, komt er een achterbuurman binnen met een platbodem. Het is een stoere boot, volgens mij model visserman. Hij heeft flink de vaart erin en ik besluit de kunst maar eens af te kijken. Hij stuurt strak de bocht om en meteen als de neus in de box is geeft hij vol gas achteruit.
We kijken met respect toe. Ik denk dat ik dit nog niet met de helft van de snelheid durf.
"Dat doe je sneller dan ik" roep ik en vertel dat we een kwartier aan het hannesen zijn geweest. Hij moet er wel om lachen. "We varen al tien jaar maar bij zulke wind blijft het elke keer weer spannend hoor" bekent zijn vrouw. "Ja, en als het niet helemaal lukt neem ik gewoon een paaltje mee" zeg hij. Even later komt hij nog even langs met de tip dat we een paar steigerfenders moeten kopen. In ieder geval voor de scherpe hoek op de zijsteiger tussen de boten. Dan mik je daar gewoon op, zegt hij met een grijns. Doe ik ook. Het heeft onze moraal weer een beetje opgekrikt. Het ligt dus niet helemaal aan ons. We hebben nu een truc om achteruit te varen dwars op de wind. Je moet bij het aanvaren duidelijk meer vaart houden zodat je minder afdrijft. We weten nog niet zeker of we dat durven. Eerst die steigerfenders maar eens kopen!

Lekkage...

28.06.08
Een week geleden hebben we de watertanks gevuld. Na grondig onderzoek, stelden we vast dat beide vuldoppen in het gangboord daadwerkelijk op de watertanks zijn aangesloten (het zal je overkomen dat het niet zo is...).

Omdat we na het vullen meteen op pad wilden, was er geen tijd om te kijken of alle aansluitingen waterdicht zijn. Dom.
Je raadt het al; als we twee weken later wel tijd hebben (lees: gemaakt) en eens onder de bank kijken staat er een flinke laag water. Het water heeft de boardplaten onder de tanks aangetast. De schimmelt tiert er weelig.
Het duurt even voor ik in de gaten heb waar het water vandaan komt (hij zal toch niet lek zijn he .....). Nadere inspectie van de aansluitingen verklaart waarom het gelekt heeft.

Het zijn twee tanks van beide 70 liter. Ik heb nu dus ook een tip: als je niet zeker weet of de aansluitingen dicht zijn, gooi ze dan niet meeteen tot de rand toe vol! Lekker handig. Met de handpomp die we in een van de ruimtes van het dek hebben gevonden pompen het water in een emmer. Van de emmer gaat het de gootsteen in. Het moet voorzichtig om te voorkomen dat het een waterballet wordt. Het verbaast me ondanks dat nog hoe snel het gaat. Als na een half uurtje beide tanks leeg zijn, koppelen we ze los.
Na nog een half uurtje dweilen is het onder de banken weer redelijk droog. Vanuit het midden onder de vloer komt nog af en toe een straaltje water. Het zal nog wel even duren voor het daaronder ook echt droog is.
We besluiten de beide tanks mee naar huis te nemen om de aansluitingen te verbeteren.

Bij een watersportwinkel in Amsterdam laten we ons eens goed voorlichten. Van belang is de diameter in verband met de doorvoercapaciteit. Logisch eigenlijk. De slangen liggen er echter al dus we houden 12 mm aan. Daarnaast worden we gewezen op de rand waarmee de doorvoer wordt geklemd op het materiaal van de tank. Deze rand moet voldoende breedte hebben. Verder krijgen we het advies om wat sicaflex tussen de randen van de doorvoer te doen en deze eerst wat te laten aandrogen alvorens de boel vast te draaien.

Ik maak de gaten met een gatenzaag (op de boor). Kit ertussen en lichtjes aandraaien. Het is eigenlijk een klusje van niets. Het lijkt me beter wat marge te houden tussen de onderrand van de tank en de doorvoer. Het lijkt me namelijk niet verkeerd dat het onderste laagje water niet wordt opgepompt aangezien hierin de troep uit de leiding (roest!) bezinkt. Omdat ik over de oude gaten heen moet zagen lukt het met de marge maar net.

Een dag later de boel aangedraaid. Het ziet er solide uit. Ik ben wel tevreden over het resultaat.
Komend weekend zetten we ze erin en dan maar zien of we weer moeten dweilen!