donderdag 28 juli 2011

Schildpad

Schilpad is onze nieuwe volgboot. Hij is net groot genoeg voor drie personen en hij was in de aanbieding inclusief peddels, pomp zitbankje en reparatiemateriaal. Er zit een tas bij en op die manier is hij goed te dragen hoewel je er niet te ver mee moet lopen. Opblazen is in 10 minuten gedaan en kan eventueel ook aan dek. We hebben er een walpen en een klein klapankertje bij gekocht en sindsdien gaan we regelmatig met Schildpad op avontuur. Dit ter compensatie van het gebrek aan aanlegplaatsen. Op deze manier kunnen we altijd naar de kant om te voetballen of de omgeving te verkennen. Gewoon klooien op het water blijkt ook erg leuk waarbij het ankertje favoriet is. En ook het roeien is leuk. Schildpad heeft namelijk geen motor hoewel Martijn al direct opmerkte dat die er wel op zou kunnen (wijzend op de verstevigingsplaat. Hoe weten kinderen van 4 dat?). Eerst leren roeien en dan zien we wel verder was het antwoord. Bovendien hebben we bedenkingen bij kids die volgas door de haven raggen. Voorlopig is dat nog geen issue. Onlangs roeiden we naar een eilandje. Daar aangekomen gingen we aan land en stuitten op een nest van een gans, vol met eieren. Martijn keek zijn ogen uit. Toen we wegroeiden kwam moeder gans voorzichtig een kijkje nemen. We denken dat we de komende tijd nog veel met Schildpad gaan beleven.

Nieuwe-thuishaven

Het is gemoedelijk en rustig in Nieuwe-thuishaven. De sfeer in een verenigingshaven is duidelijk anders dan een commerciële haven. De faciliteiten zijn basic maar goed. Er is een actieve club zeilers in verschillende klasses en ieder weekend wordt er zeilles gegeven aan de optimistjes. Weer of geen weer. Als er veel wind staat zeilen ze in de 'kom' enigszins beschut door de houtwallen rond de haven. Deze wallen zijn in dat opzicht een voordeel. Ze breken de wind waardoor het in de haven een stuk minder waait. Dat was in Friesland wel anders. Daar kwam de wind over het vlakke land en was aanleggen met windkracht 5 soms al een uitdaging. Hier hebben we daarvan veel minder last.
Martijn moet nog een beetje wennen en heeft het nog wel eens over Oude-thuishaven. Daar waren een paar dingen die hij erg leuk vond en die heb je hier niet, of anders. Wennen dus en nieuwe dingen ontdekken. Zoals de kikkers in de sloot waar je met een plank overheen kunt, en sporen die door het betonnen pad lopen. Ze hebben drie tenen met nagels, dus onmiskenbaar de sporen van dino's. Kleintjes dan natuurlijk.

Een nacht achter anker

Nu we 10 minuten van huis liggen, zijn we geregeld in de haven te vinden. Soms alleen om even op de boot te zijn en niet eens zozeer om te varen. Het is lekker om 's middags langs te wippen en in de kuip in de zon te zitten onder het genot van een hapje en drankje (hoewel die zon het de laatste tijd flink laat afweten).

Het nieuwe vaargebied heeft weinig aanlegplekken in vergelijking met Friesland. Daar komen achter als we een 'verkenningsrondje' maken met de bedoeling om 's avonds ergens te overnachten. We komen er al snel achter dat aanleggen hier anders werkt dan we gewend zijn. We hebben een eilandje op het oog maar daar aangekomen blijkt het eigendom te zijn van een zeilvereniging. Op het eiland staat een starttoren. Als we er omheen varen zien we een bord waarop staat dat niet-leden liggeld moeten betalen. Niet dat we nog willen want het ligt tjokvol. Wat laatkomers verdringen elkaar om de laatste plekjes. Nee, ons niet gezien. We varen verder en komen bij een soort uitstulping van het meer. Hier zijn veel plekjes in de luwte. Overal kleine steigertjes maar die zijn allemaal eigendom. We besluiten het anker uit te gooien in de luwte van de rietkraag. Een eind verderop heeft een zeilboot hetzelfde gedaan. Hij kan hier niet komen want er staat maar 80 cm water. Ankeren hebben we tot nu toe weinig gedaan. Het was niet nodig en voor Martijn is het leuker als hij de kant op kan om te spelen. Het duurt even voor we de ketting zo hebben belegd dat de lak niet teveel beschadigd. De rest van de middag zitten we samen op het voordek. Eten, vissen, spelen met Martijn. We zijn een piratenschip met een echt anker. Dat spreekt wel tot de verbeelding.
 
De avond valt bijna als de rust plotseling wordt verstoord door een schot. Naast ons ketst iets in het water en in mijn ooghoek zie ik een gans uit de lucht in het riet vallen. We schrikken ons rot van de knal. Een hond worstelt zich door de rietkraag op zoek naar de aangeschoten gans. Ik ga op de punt staan en zie nu ook de jager. Ik roep of hij een beetje uitkijkt. "Ik schiet in de lucht hoor, niets aan de hand" is zijn reaktie. 'Het geeft me toch geen fijn gevoel' roep ik. Hij mompelt wat en loopt langzaam weg. Een eindje verderop is een motorboot komen liggen en daar pakken ze het ietsje anders aan als de man voorbij loopt. Het begint met een scheldkannonade gevolgd door een tirade in plat amsterdams. Er ontstaat een discussie over en weer waar ze niet uit komen. Pff welkom in Noordholland. Geen aanlegplekken, de hagel vliegt je om de oren en nog viswijven op de koop toe. Hebben we hier wel goed aan gedaan?
Als de avond valt liggen we inmiddels een halve dag achter anker en zijn vertrouwd met het idee dat we blijven liggen. We besluiten hier vanavond te blijven. We hebben genoeg ruimte rond het anker om te kunnen draaien en mochten we losraken dan is de kans het grootst dat we aan de overkant in de rietkraag belanden. Geen probleem dus.
 
De volgende morgen liggen we nog steeds op dezelfde plek. We hebben heerlijk geslapen en eigenlijk helemaal niet meer gedacht aan het anker. Op de marifoon horen we een windwaarschuwing. We besluiten naar de haven terug te varen. Daar aangekomen leggen we aan. Dat gaat nog wat onwennig want de situatie is heel anders dan in Friesland. De box is veel smaller maar dat blijkt eigenlijk een voordeel. Als de neus tussen de palen is kun je veel beter bij de palen en het touw dat we hebben vastgemaakt tussen paal en steiger. Alleen moeten we voorzichtig zijn om de zwaarden niet te beschadigen. Eruit varen gaat ook makkelijker omdat we hier meer ruimte hebben tot de boxen achter ons. Als we liggen begint het te waaien,, kracht 7-8 bij vlagen. We zijn blij dat we binnen liggen.

zondag 3 juli 2011

Over en weer

26 maart 2011 -   Drie jaar geleden werden we lid van de plaatselijke zeilvereniging en kwamen op de wachtlijst voor een ligplaats. Eerder dan verwacht hebben we een plek gekregen. We verruilen Friesland voor Noordholland al is het met pijn in het hart. In de afgelopen jaren zijn we verslingerd geraakt aan het prachtige natuurgebied dat ons vaargebied was. We kennen alle mooie aanlegplekjes en doorsteekjes en zijn er inmiddels helemaal thuis. Daar staat tegenover dat het voor ons ver van huis is en dat maakt vooral het onderhoud lastig. We hebben besloten het voorlopig dichter bij huis te proberen al gaan we er qua vaargebied voor ons gevoel op achteruit. Het voordeel is wel dat we straks in 10 minuten bij de boot zijn waardoor we het varen beter kunnen combineren met het dagelijks leven.

Afgelopen weekend zijn we uit het water geweest en heeft het onderwaterschip een beurt gekregen. Metname langs de lasnaden en bij de kielbalk zaten sporen van roest. Deze zijn schoongemaakt en behandeld met Amerlock. Dit goedje ook gebruikt voor een paar roestplekken bij de watergaten op het achterdek en de gangboorden. De behandeling met normale primer op de gangboorden van twee jaar geleden was onvoldoende. Eens kijken hoe dit houdt. Ook de bovenkant van de kajuit is geschilderd en hier en daar zijn wat plekjes op de romp bijgewerkt. We zijn tevreden met het resultaat van tweeënhalve dag. Het is opgeknapt.
Vandaag vertrekken we voor de overtocht van zeker een dag of 4. We hebben er een week voor uitgetrokken. Voor de zekerheid. De grootste uitdaging wordt het IJsselmeer en de verschillende sluizen waar we door moeten. Dat hebben we nog niet eerder gedaan dus wel weer spannend. We laden alles aan boord, nemen afscheid van Irma en Karin's moeder die de auto terug naar huis rijden. We vullen de watertanks met behulp van jerrycans want het water staat vanwege de nachtvorst nog niet op de kranen. Na alle voorbereidingen nemen we afscheid. Raar om hier voorlopig niet terug te komen.

Het eerste deel van de tocht gaat door Friesland. Vervolgens willen we het IJsselmeer over en bij Medemblik de polders van Noordholland in. Metname het IJsselmeer is van een ander kaliber dan we gewend zijn. In de voorbereiding hebben we het nodige uitgezocht. De marifoon is het afgelopen weekend ingesteld op onze eigen ATIS-code. De motor heeft een beurt gehad waarbij ook de brandstoftanks zijn schoongemaakt. Dit laatste bleek nodig want er had zich in de loop van jaren aardig wat prut en condenswater onder in de tanks gevormd. Ik kende het verhaal van de klassieke motorpech bij boten die na lange tijd, of zoals wij voor het eerst op open water komen. Door de golfslag verspreid alle prut, die normaal onder in de tank blijft, zich door de brandstof en komt in de motor terecht. Afgemeten aan onze hoeveelheid prut hadden we de overkant zeker niet gehaald. Er is ook een nieuwe warmtemeter geplaatst want de oude was stuk. Voor vertrek maak ik een 2mm nylon touwtje aan de gashendel onder het motorluik. Het loopt via een inkeping die er al zat uit de bun naar buiten en is afgeknoopt op precies de juiste lengte. Een probeersel en het product van nachtelijk denkwerk. Gebaseerd op hand en voetgas zoals een trekker dat heeft. De gashendel loopt namelijk erg stroef. Bij het bedienen ervan moet je zover bukken dat je geen overzicht meer hebt. De bedoeling is om de handel als handgas te gebruiken, dat staat bij manouvreren op stationair, het touwtje is variabel gas en kan rechtop staand bediend worden. Bij normaal varen kan het touwtje weg.

De circel is rond
We vertrekken van precies dezelfde plek waar we jaren geleden onze eerste hachelijke vaarmeters maakten: de botenhelling bij de jollenstijger, met de neus de verkeerde kant op. Het cirkeltje is rond en dit keer vertrekken we voor een nieuwe episode van ons vaaravontuur. Als we achteruit varen herinneren we onze eerste kennismaking en verbeten schermutselingen met een eigenwijze zeeschouw die een andere kant op wilde dan wij. Toch wel wat bijgeleerd de afgelopen jaren. Het touwtje werkt goed en door het overzicht hebben we wat meer controle over de manouvre en hoeveel gas daarbij nodig is. Dit hadden we veel eerder moeten doen, wat een verademing. In tegenstelling tot de eerste keer varen, hebben we de boel nu wel onder controle en zijn we na een paar slagen gekeerd met de neus in de goede richting. Tabee thuishaven, tot ziens. Met Martijn zwaaien we naar ons oude plekje. Hij vindt het maar niets. Niets leuker dan thuishaven.

Het is vroeg in het seizoen en de bruggen en sluizen worden nog volgens winterregeling bediend. En in een aantal gevallen betekent dat mogelijk 'niet bediend'. Dat geldt ook voor de eerste brug: op aanvraag. Toch gaan we het proberen want we willen vertrekken. Mogelijk moet dan meteen de mast plat maar dat zien we dan wel. We hebben mazzel als we een werkschip uit het kanaal zien komen. Het enige obstakel (de brug) van vandaag werkt mee. We passeren samen met een ander schip. Geen idee hoe het nou zit, dus we houden het maar op mazzel. We varen door een open sluis over het Zuidelijk meer en dan komen we steeds meer in gebied dat we nog niet kennen. We genieten dat we op weg zijn. De motor stampt rustig en gestaag door. De avond valt al snel en we vinden een plek voor de nacht, ergens in een verloren hoek. Het is er uitgestorven en stil en de zon gaan fraai achterop onder. In de verte een molen. Om ons heen de geluiden van vogels die in de rietlanden naar voedsel zoeken. Dit zullen we nog missen.

Dag 2 - We vertrekken pas laat en zitten duidelijk nog niet in het vaarritme. Het nodige gerommel aan boord, tijd om te spelen aan de kant en ja, toch nog maar een kopje koffie. En dan eindelijk vertrek. Doel is Stavoren. Het is een prachtige tocht. Vooral het stuk over de Fluessen. Het is er uitgestorven en voor het eerst merk ik dat je zittend op de bank kunt sturen zonder dat dat binnen de kortste keren gevaarlijke situaties oplevert. Af en toe checken op ander verkeer is voldoende. Dat is wel wat anders dan de drukte die we van het hoogseizoen gewend zijn!
Ik stuur van ton naar ton en geniet van het bijna blakke water. Karin en Martijn zitten op de voorplecht en vermaken zich daar kennelijk uitstekend. Ja dit is het betere varen. Alleen het zeil ontbreekt. In de middag leggen we aan bij Marina Friesland even voor de Warnserbrug. Het doet er wat desolaat aan en de meeste schepen staan nog op de kant. We pikken de stroom aan en maken eten. Martijn speelt met zijn dino's op de kant bij een knotwilg. Een geslaagde dag.

Dag 3 -  Vandaag wordt een spannende dag. Voor het eerst door een sluis en het IJsselmeer over. We vertrekken nu wel vroeg. De koffie smaakt niet zo en we willen het liefst gaan. We luisteren nog het weerbericht, trekken de zwemvesten aan en draaien de afsluiters in de kuip dicht. Het kompas wordt geplaatst, voor het eerst in jaren. Na de brug varen we de Johan Frisosluis in en leggen vast. Karin staat voorop, ik met het touwtje in de aanslag; we zijn er klaar voor...op scherp... De deuren gaan dicht. Nu gaat het gebeuren...we beginnen langzaam te zakken...en...Hee roept Karin van voor, de deuren gaan al open! We schieten spontaan in de lach. We zijn goed en wel vijftien centimeter gedaald. Lekker dan. Gelukkig hebben we nog een uitdaging in het verschiet om er toch nog een spannende dag van te kunnen maken. We varen de havenmond uit. Aan de ton aan stuurboord te zien staat er een flinke deining, tenminste vergeleken met wat wij gewend zijn. En dat klopt. Goed en wel de havenmond uit begint het geschommel. de giek die alleen aan de schoot vast staan begint vervaarlijk heen en weer te slaan. Ik zet hem vast met een touw naar beide bolders op de achtersteven. We checken even de marifoon. Hadden we beter gisteren kunnen doen maargoed. Afgelopen seizoen heb ik het bedieningscertificaat gehaald maar we hebben tot nu toe nog nooit gezonden. Dat kwam omdat de Atis van de vorige eigenaar er nog in stond. Die instelling is gelocked en kan alleen met een speciale fabriekscode worden gewijzigd. Inmiddels heb ik die code en is de instelling gewijzigd. Meldpost IJsselmeer...hier Papa Bravo negen zeven twee een...voor test...hoe ontvangt u mij?, over.........Papa Bravo zeven negen twee een (Huh!???)...ontvangst niet al te best...ruis op de marifoon, over. Mmmm, zo te horen hebben we weer een klusje, maar zolang ze ons verstaan is het voor nu even goed. Handig zo'n apparaat en de wetenschap dat je hulp kunt inroepen als er echt iets aan de hand is. Het is windkracht vier en het zicht is goed. Het blijkt nog een hele toer om de boel op koers te houden en die koers is dwars op de golven...we laten het maar zo en hijsen de fok en laten het zwaard zakken om wat stabieler in het water te liggen. Dat helpt. Een vriendelijke man bij de haven vertelde dat de golfslag aan de kust het sterkst is. En dat blijkt te kloppen want een eind verderop wordt het water wat rustiger. Martijn vindt het geschommel in het begin maar niets, maar dat gaat al gauw over. Na drie kwartier gaat hij in zijn kooi een boekje lezen en laat het hele gebeuren verder aan zich voorbij gaan. Het gaat fantastisch. Behalve de koers dan want we komen onder de Hop uit terwijl we bovenlangs het werkeiland hadden gemoeten. Vanaf de Zuidelijke boei steken we terug richting Medemblik dat we van een afstand niet goed konden plaatsen. Een collega had het over markante molens maar overal waar we kijken staan molens... Bij nader inzien snappen we nu welke hij op het oog had. De golven op stuurboord hebben ons langzaam steeds verder van koers geduwd. Na een klein half uur zijn we er. Binnenlopen in Medemblik is een feest, tenminste als de haven zo stil is als nu. We leggen aan in de buitenhaven aan de linker kade voor de brug. Als we afremmen voor de kade slaat de motor af. Geen punt want we liggen al stil, maar wel vreemd. Bij het vastleggen zie ik dat er een landvast van het achterdek in het water hangt en dan weet ik plotseling de oorzaak van het afslaan van de motor...touw in de schroef...ai. Hoe is die landvast in het water terecht is gekomen? Hangend over boord en van de kant wikkelen we met de pikhaak het touw slag voor slag uit de schroef. We hebben geluk want het water in de haven blijkt verrassend helder. Je kunt de schroef gewoon zien. Na een poosje hannesen is het touw los. Het is nog heel. Voor ons legt een 15 meter cruiser aan. Als we de mannen spreken blijken ze ook uit Stavoren te komen en zijn enigszins opgelucht dat ze er zijn. Dan doen we het nog niet zo slecht met onze negen meter en een kleine van vier. We wandelen door Medemblik en melden ons bij de havenmeester. We maken een afspraak om morgenochtend door de brug en de Westerhavensluis van Medemblik te kunnen en krijgen het nummer van de Overlekersluis. Daar maken we een afspraak een half uur later.

Dag 4 - We zijn nog slaperig als we de mast laten zakken waardoor het geheel wat rommelig verloopt. Als de boel eindelijk plat ligt vertrekken we voor de brug en sluis. We hebben geen idee hoe ver we vandaag komen maar we zien wel. Onder de Alkmaarsebrug hebben we weinig speling dus we vragen ons af hoe krap dat wordt. bij de Overlekersluis moeten we even wennen aan de uitstekende mast. Het toplicht dreigt langs de kademuur te gaan maar gelukkig waarschuwt de sluitwachter ons even. Als we onder de Alkmaarsebrug door zijn bellen we de Westfriese Sluis. We treffen een aardige sluiswachter die ons in zijn schema wil inpassen. Als we in de sluis liggen blijken de Braaksluis en de Roskamsluis ook van hem te zijn. Hij vraagt waar we heen gaan en wil wel met ons meerijden als we vandaag door willen varen. Dat laten we ons geen twee keer zeggen. We zien elkaar een poosje later weer bij de Braaksluis. Vooral het stuk naar de Roskamsluis is mooi om te varen. We maken er nog een praatje met de aardige sluiswachter. Na de Roskam zoeken we een plekje om te overnachten. We leggen aan even voor de passantenhaven bij Broek op Lange dijk. Er wordt gevist en nog wat gevangen ook. We zijn nu vlak bij onze eindbestemming en we zullen morgen aankomen. Al met al is het allemaal erg goed verlopen zij het met de nodige mazzel.

Dag 5 - Inmiddels hebben we redelijk onze draai gevonden. Het leven aan boord bevalt goed en het varen zelf gaat steeds beter. Alle obstakels hebben er voor gezorgd dat we inmiddels niet meer in de stress zitten voor een brug of sluis. Hoewel je sluizen in soorten en maten hebt. Als het druk is wordt het vast wat anders.We varen het laatste stuk. We gaan onder de Bolspoorbrug door die maar 2.12 m.is. Heel langzaam en het past precies. Dat is mazzel anders hadden we hier moeten wachten op bediening. We zijn verbaasd dat we hier onderdoor passen. Zou het waterpeil laag zijn? Geen idee eigenlijk. Na een paar uur varen komen dan aan in onze nieuwe thuishaven. Het is even zoeken naar de juiste box. We denken die te hebben gevonden maar we komen vast te zitten tussen de palen...het past niet! Navraag bij de havenmeester blijkt dat we een nummer aan de andere kant hebben. Die boxen zijn ruimer. We blijven met indraaien nog even met de vallen haken achter de meerpalen aan de andere kant. Het wordt hoog tijd om die mast overeind te zetten. We zijn er. De haven is nog leeg. Er liggen een paar boten. Dat zal de komend weken snel veranderen. We blijven hier vanavond en gaan morgen naar huis. Het was een geslaagde overtocht en een mooie ervaring. Voorlopig zijn we hier thuis.

donderdag 14 april 2011

Kloppend hart

18 maart 2011 - We hebben sinds kort contact met Alfred. Hij werkt bij een werf in Sneek en heeft veel verstand van de oude SABB motoren. Via internet zijn we aan zijn naam gekomen en na een telefoongesprek maken we een afspraak om onze diesel te bekijken. We zijn destijds afgegaan op uiterlijk en klank, voor wat dat waard is als je niet weet wat je zou moeten zien of horen. Omdat we geen gekraak, rammelgeluiden, lekkage, startproblemen, grote rookwolken of geknal constateerden, zijn we er van uit gegaan dat het wel goed zou zitten. Dat was in het begin best spannend. Zou ie het wel weer doen?...en wat nou als hij er halverwege mee stopt? Maar met de tijd groeide het vertrouwen en werd de motor een trouwe metgezel, redder in nood, uitdaging voor de stuurman/vrouw maar bovenal kloppend hart van de 201. Martijn was 1 toen we de motor voor het eerst hoorden lopen. Hij stond met zijn moeder in de kajuit en begon spontaan te lachen terwijl ik had verwacht dat hij in huilen zou uitbarsten. Prachtig vond hij het. Ik was meteen verkocht aan het klassieke klop/plofgeluid van de tweecilinder en krijg steevast een brede grijns op mijn gezicht zodra hij aanslaat. Het zal wel een mannending zijn want Karin heeft er niets mee. Onderweg krijgen we af en toe reakties van meestal mannen op leeftijd. 'Is dat nog een echte SABB?' zeggen ze dan, om er na bevestiging aan toe te voegen:'Goede motoren...'. Ik herken bij Alfred dezelfde grijns als hij de motor start nadat hij deze aan een grondige inspectie heeft onderworpen. Mooi he zegt hij terwijl hij een paar keer het gas indrukt. We herkennen elkaar duidelijk in wat klopt en ploft en dat maakt hem nog enthousiaster. 'Nou', zegt hij terwijl hij na een poosje de motor uit zet. Prima ding. Moet wat onderhoud gedaan worden, meters repareren maar verder helemaal in orde hoor. Hij vertelt nog wat dingen over de motor en waarvoor bepaalde handles dienen. Hij is blij dat er nog mensen zijn die dit soort motoren kunnen waarderen. Het is wel behelpen en je moet goed vooruitdenken, vertelt hij. Dat is voor veel mensen een reden om de motor te vervangen. Nou zijn wij geen andere motor gewend maar dit verklaart wel het een en ander... Ik denk er later nog eens over na. Het is waar. Je drukt het gas in en het duurt even voor de motor op toeren komt. Je laat het gas los en het duur even voor het toerental naar beneden gaat. Dat vraagt wel om het nodige planwerk en leverde vooral in het begin wat onverwachte situaties op. We spreken af dat hij de motor volgende week een beurt geeft en dan ook de kapotte meters vervangt. We zijn erg blij om te horen dat alles goed is. We krijgen de tip om na de winter de motor een half uurtje te laten draaien, dan is de het vocht uit de motor. Dat doen we maar meteen. Daarna varen we naar de helling en gaat de boot op de kant want we blijven dit weekend klussen.