donderdag 28 juli 2011

Een nacht achter anker

Nu we 10 minuten van huis liggen, zijn we geregeld in de haven te vinden. Soms alleen om even op de boot te zijn en niet eens zozeer om te varen. Het is lekker om 's middags langs te wippen en in de kuip in de zon te zitten onder het genot van een hapje en drankje (hoewel die zon het de laatste tijd flink laat afweten).

Het nieuwe vaargebied heeft weinig aanlegplekken in vergelijking met Friesland. Daar komen achter als we een 'verkenningsrondje' maken met de bedoeling om 's avonds ergens te overnachten. We komen er al snel achter dat aanleggen hier anders werkt dan we gewend zijn. We hebben een eilandje op het oog maar daar aangekomen blijkt het eigendom te zijn van een zeilvereniging. Op het eiland staat een starttoren. Als we er omheen varen zien we een bord waarop staat dat niet-leden liggeld moeten betalen. Niet dat we nog willen want het ligt tjokvol. Wat laatkomers verdringen elkaar om de laatste plekjes. Nee, ons niet gezien. We varen verder en komen bij een soort uitstulping van het meer. Hier zijn veel plekjes in de luwte. Overal kleine steigertjes maar die zijn allemaal eigendom. We besluiten het anker uit te gooien in de luwte van de rietkraag. Een eind verderop heeft een zeilboot hetzelfde gedaan. Hij kan hier niet komen want er staat maar 80 cm water. Ankeren hebben we tot nu toe weinig gedaan. Het was niet nodig en voor Martijn is het leuker als hij de kant op kan om te spelen. Het duurt even voor we de ketting zo hebben belegd dat de lak niet teveel beschadigd. De rest van de middag zitten we samen op het voordek. Eten, vissen, spelen met Martijn. We zijn een piratenschip met een echt anker. Dat spreekt wel tot de verbeelding.
 
De avond valt bijna als de rust plotseling wordt verstoord door een schot. Naast ons ketst iets in het water en in mijn ooghoek zie ik een gans uit de lucht in het riet vallen. We schrikken ons rot van de knal. Een hond worstelt zich door de rietkraag op zoek naar de aangeschoten gans. Ik ga op de punt staan en zie nu ook de jager. Ik roep of hij een beetje uitkijkt. "Ik schiet in de lucht hoor, niets aan de hand" is zijn reaktie. 'Het geeft me toch geen fijn gevoel' roep ik. Hij mompelt wat en loopt langzaam weg. Een eindje verderop is een motorboot komen liggen en daar pakken ze het ietsje anders aan als de man voorbij loopt. Het begint met een scheldkannonade gevolgd door een tirade in plat amsterdams. Er ontstaat een discussie over en weer waar ze niet uit komen. Pff welkom in Noordholland. Geen aanlegplekken, de hagel vliegt je om de oren en nog viswijven op de koop toe. Hebben we hier wel goed aan gedaan?
Als de avond valt liggen we inmiddels een halve dag achter anker en zijn vertrouwd met het idee dat we blijven liggen. We besluiten hier vanavond te blijven. We hebben genoeg ruimte rond het anker om te kunnen draaien en mochten we losraken dan is de kans het grootst dat we aan de overkant in de rietkraag belanden. Geen probleem dus.
 
De volgende morgen liggen we nog steeds op dezelfde plek. We hebben heerlijk geslapen en eigenlijk helemaal niet meer gedacht aan het anker. Op de marifoon horen we een windwaarschuwing. We besluiten naar de haven terug te varen. Daar aangekomen leggen we aan. Dat gaat nog wat onwennig want de situatie is heel anders dan in Friesland. De box is veel smaller maar dat blijkt eigenlijk een voordeel. Als de neus tussen de palen is kun je veel beter bij de palen en het touw dat we hebben vastgemaakt tussen paal en steiger. Alleen moeten we voorzichtig zijn om de zwaarden niet te beschadigen. Eruit varen gaat ook makkelijker omdat we hier meer ruimte hebben tot de boxen achter ons. Als we liggen begint het te waaien,, kracht 7-8 bij vlagen. We zijn blij dat we binnen liggen.

Geen opmerkingen: